De Bentley Continental Flying Spur bestaat dit jaar twintig jaar en markeert de twintig jaar waarin deze luxe sedan Britse weelde combineert met krachtige prestaties. Door zijn evolutie te onderzoeken, blijkt hoe de auto trouw is gebleven aan zijn kernidentiteit terwijl hij door het veranderende autolandschap navigeerde.
De originele Flying Spur, gelanceerd in 2005, ontpopte zich als de ideale metgezel voor wie verlangde naar de nieuwe Bentley-ervaring, maar ruimte nodig had voor familie en bagage. Zijn voorganger, de Continental GT, had de harten veroverd met zijn tweedeurs elegantie, en de Flying Spur bood een vergelijkbaar krachtig vierdeurs alternatief, aangedreven door een 6,0-liter W12-turbomotor met een vermogen van 545 pk. Dit aanzienlijke vermogen dreef alle vier de wielen aan via een ZF-zesversnellingsbak, waardoor een moeiteloze acceleratie werd gegarandeerd.
Bentley schuwde het niet om tegemoet te komen aan degenen die nog meer eisten. In 2008 verscheen de “Speed”-variant, met een indrukwekkende 600 paarden voor degenen die voortdurend te laat komen voor belangrijke vergaderingen.
De originele Flying Spur bleef acht jaar in productie voordat hij in 2013 werd opgevolgd door een scherper uitziende tweede generatie. Dit model schrapte het voorvoegsel ‘Continental’ uit zijn naam en introduceerde een nieuwe aandrijflijnoptie naast de bekende W12: een 4,0-liter V8 met turbocompressor die, hoewel minder krachtig dan de vlaggenschipmotor, toch meer dan 500 pk leverde met een aantrekkelijk keelgrom.
Een nieuw tijdperk van elektrificatie
De derde generatie kwam eind jaren 2010 op de markt en luidde een nieuw platform en een nieuwe designtaal in met opvallende ‘B’-achterlichten. In dit tijdperk onderzocht Bentley geëlektrificeerde aandrijflijnen serieuzer, verving de V8 volledig en bood naast de bestaande W12 hybride opties aan. Op dat moment waren luxe SUV’s steeds populairder geworden, waardoor Bentley zijn focus moest verscherpen om zich te onderscheiden van gevestigde spelers als Rolls-Royce.
De Flying Spur van vandaag zit stevig in die evolutie. De nieuwste versie beschikt over een ‘Ultra Performance Hybrid’-systeem gecombineerd met een 4,0-liter V8 die maar liefst 771 pk en 737 lb-ft koppel genereert, of minder krachtige maar toch indrukwekkende ‘High Performance Hybrid’-opstellingen voor de core- en Azure-trims.
Maar deze technologische vooruitgang brengt een ander soort verandering met zich mee: een verontrustende stilte in het interieur. Terwijl eerdere Flying Spurs een geruststellend gezoem uit hun motoren lieten komen, zelfs in ontspannen rijmodi, geven de huidige hybride aandrijflijnen de voorkeur aan een fluisterstille werking. De ervaring is tegelijkertijd luxueus en isolerend.
Een erfenis van verfijnde kracht
Een vergelijking van de originele Flying Spur met zijn moderne tegenhanger benadrukt zowel de tastbare vooruitgang die is geboekt op het gebied van autotechnologie als de blijvende geest van Bentley’s vlaggenschip. Waar de eerste auto baanbrekend was met functies als stoelverwarming, alles elektronisch verstelbaar en een rudimentair navigatiesysteem (ver verwijderd van de hedendaagse geavanceerde touchscreens), is het nieuwe model een voorbeeld van weelderige moderniteit: boordevol schermen, massagefuncties, klimaatregeling voor je onderwereld, sfeerverlichting en meer.
Het origineel heeft echter nog steeds charme. De W12-motor staat weliswaar niet bekend om zijn sonore geronk, maar biedt een bevredigend soepele vermogensafgifte, waardoor hij zowel comfortabel als capabel is op de openbare weg.
Misschien wel het allerbelangrijkste is dat beide generaties een rode draad delen: zij belichamen Bentley’s essentie van verfijnde gewelddadigheid. Krachtige motoren gaan gepaard met een sfeer van moeiteloze elegantie, waardoor ze geschikt zijn voor zowel stijlvol cruisen als pittige ritten waarbij op discrete wijze immense prestaties kunnen worden ontketend.
Hoewel het landschap van de Flying Spur nu drukker is, blijft de duurzame combinatie van luxe en prestaties hem onderscheiden. De auto is met de tijd mee geëvolueerd terwijl hij zijn kernkarakter heeft behouden, wat bewijst dat evolutie soms niet altijd om een radicale verandering gaat, maar eerder om een reeks verfijnde verfijningen van een winnende formule.












































